Lenie werkte op een school waar ik regelmatig inviel. Zij was de juf van groep 4. Lenie was “een dame op leeftijd” en zag er altijd tiptop uit. Blazer, kokerrok, sjaaltje. Bijpassende hakken, haar keurig opgestoken en niet teveel opgemaakt. Op mijn eerste dag al werd ik enthousiast door haar begroet met: “Wat fijn, een jonge juf erbij! Ik hoop veel van je te leren!”. En ik dacht… “ben jij de secretaresse?”
In de pauze vroeg Lenie regelmatig hoe het ging, of ik alles kon vinden en of ik hulp nodig had. En na schooltijd kwam ze mijn lokaal in met een kopje thee: “daar ben je vast wel aan toe”. Ze vertelde over de school, over de leerlingen, over de directeur. Vol enthousiasme en passie. En ik dacht: “later wil ik ook zo’n juf zijn”.
Geen vraag was te dom. Alles wat ik weet, van de positie van kasten in een lokaal, het uitleggen van grammatica, het oefenen met flitskaarten en ga zo maar door, alles heb ik geleerd van Lenie. En als ik niet helemaal begreep wat ze bedoelde, dan kwam ze het gewoon voordoen in mijn eigen les. Ze bleef zelfs even kijken hoe ik het deed. En dan knikte ze goedkeurend en zei: “dag klas, ik ga weer terug naar mijn eigen lieverdjes”. Volgens mij hadden haar eigen lieverdjes niet eens gemerkt dat ze weg was…
Toen Lenie vertelde dat ze was aangenomen op een andere school, was ik eerst best teleurgesteld. Ook al vond ik het heel stoer dat ze op haar leeftijd nog had gesolliciteerd. En toen zei ze met een knipoog: “ze hebben nog een vacature, ik heb jouw naam doorgegeven.” Ze gaf me een briefje met een naam en een telefoonnummer. Dus zelfs mijn eerste vaste baan heb ik aan Lenie te danken J. En toen we “echte” collega’s waren, leerde ik ook nog steeds iedere dag van haar.
Het allermooiste wat ik van Lenie heb geleerd, is de kunst van het afkijken. Een van de belangrijkste regels in haar klas was de volgende: Je mag zoveel afkijken van je buurman of buurvrouw als je wilt, maar ik mag het niet zien! En dus keken de leerlingen zoveel mogelijk af, en heel soms betrapte ze iemand (voor de vorm), maar meestal deed ze of haar neus bloedde. “Heel belangrijk is dat, afkijken!”, zei Lenie altijd. “Je leert nergens zoveel van als van afkijken. Denk maar eens na: alles wat je ooit hebt afgekeken, weet je nog. Of niet soms?”